tIn zijn brief aan de gemeente van Filippi herinnert Paulus zijn medechristenen eraan dat zij vreemdelingen op aarde zijn: “Maar ons vaderland is in de hemel, en uit de hemel verwachten wij onze verlosser, de Heer Jezus Christus” (Fil. 3, 20). De mens is in zijn aardse bestaan in wezen een reiziger, een homo viator, op weg naar het hemels vaderland.
Deze gedachte werd door de eerste generatie christenen al sterk beleefd en heeft vaste voet gekregen in de christelijke spiritualiteit door de eeuwen heen. Christus is er niet alleen om ons op te wachten, wanneer wij zijn aangekomen in het huis van de Vader. Hij trekt ook met ons mee en gaat ons voor. Wij volgen Hem. Ooit trok Hij met Zijn leerlingen mee op weg naar Emmaüs. Zonder dat zij Hem herkenden, werden zij door Hem in de geloofsgeheimen ingeleid. In het breken van het brood liet Hij Zijn werkelijke tegenwoordigheid ervaren. Zo gaat Hij ook nu met ons mee, laat ons groeien in het geloof in Hem en laat ons delen in Zijn verlossing door de sacramenten, vooral de Eucharistie. Hij blijft in het verborgene, totdat we God aan het einde van onze aardse pelgrimstocht zullen zien van aangezicht tot aangezicht. Het verhaal van de Emmaüsgangers, zoals afgebeeld op de voorkant in een mozaïek uit de zesde eeuw in de kerk van Sant’ Apollinare Nuovo in Ravenna, is daarom ook een beeld van deals pelgrim, op weg met Christus.
De ervaring van de ontmoeting met Christus hoort bij het leven als pelgrimstocht en bij de bedevaarten die christenen maken naar plaatsen waar God op bijzondere wijze Zijn werkzaamheid heeft laten zien, zoals in het leven en de dood van een heilige, in de wonderen die zijn verbonden met een genadebeeld of in een Mariaverschijning. De bedevaart is een universele, religieuze ervaring en een typische uiting van volksvroomheid, stelt het Directorium over volksvroomheid en liturgie uit 2001. In het eerste artikel van deze aflevering is opgenomen wat het Directorium zegt over de geschiedenis, de spiritualiteit en het houden van een bedevaart. Op de rol van de bedevaart in het godsdienstig leven van het joodse volk in het Oude Testament gaat Mgr. R. van den Hout in. Jezus zelf ging op bedevaart en een groot deel van Zijn openbare optreden wordt door Lucas voorgesteld als een lange pelgrimstocht naar Jeruzalem. Dit wordt toegelicht door F. Noël. De eigen betekenis van Maria als voorbeeld, begeleidster en bestemming van bedevaartgangers wordt uitgelegd door J. Smith in zijn artikel “Op bedevaart naar, met en als Maria”. P. Walter becommentarieert de benadering van het wezen van de Kerk in de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie als Ecclesia peregrinans of ‘Kerk op pelgrimstocht’. Mgr. H. Woorts werd voor deze aflevering geïnterviewd over de pastorale mogelijkheden van bedevaarten. De wederzijdse relatie tussen bedevaart en liturgie – de pelgrimstocht als fundamenteel thema in het menselijk leven en in de christelijke liturgie enerzijds en de liturgische omkadering van de bedevaart anderzijds – wordt besproken door J. Hermans. De sacramentele begeleiding van de mens met het viaticum bij de laatste pelgrimstocht van het sterven en de overgang naar het hemels Jeruzalem is, tenslotte, het thema van het artikel van C. Monsieur.
Met deze aflevering sluiten wij het jaar 2018 af. De stijgende productiekosten van het tijdschrift en de helaas niet gelijk opgaande ontwikkeling van het aantal abonnees blijven voor de toekomst een punt van aandacht. De abonneeprijs zal voor het jaar 2019 niet omhoog gaan. Wel zal het aantal afleveringen van vijf (inclusief dubbelnummer) teruggaan naar vier.
Tenslotte wil ik op deze plaats mijn voorganger, Filip De Rycke, danken voor de periode waarin en de wijze waarop hij als hoofdredacteur leiding heeft gegeven aan ons tijdschrift om – zoals hij het zelf heeft verwoord in zijn laatste editoriaal – mee te werken aan de verkondiging van de Blijde Boodschap en de dialoog tussen geloof en cultuur.
B. Hartmann