Nu we nog maar kortgeleden Pasen hebben gevierd, staat de thematiek van de ‘paradox’ ons helder voor ogen. Misschien is het wel de grootst denkbare paradox: Jezus die door zijn sterven aan het kruis, juist de toegang tot het eeuwig leven heeft ontsloten. Niet alleen leeft Hij eeuwig bij de Vader, maar dat eeuwig leven in God staat alle gelovigen als het doel voor ogen.
Over het paradoxen is veel te zeggen. Meestal worden ze omschreven als ‘schijnbare tegenstrijdigheden’: iets lijkt op een contradictie, maar blijkt het dan uiteindelijk toch niet te zijn. In dit nummer zullen we langs verschillende manier de paradoxen benaderen die in sommige aspecten van het geloof besloten liggen. We beginnen met een prachtige filosofische, maar niettemin zeer toegankelijke, bijdrage van Herman De Dijn. Hij gaat in op de betekenis van de paradox van het geloof en legt in zijn artikel een basis waarop de verdere bijdragen in dit nummer goed voort kunnen bouwen.
Het is Gert-Jan van der Heijden die deze paradox van het geloof verder uitdiept. Beginnend met verwijzingen naar de klassieken, laat hij vooral zien wat de sprong van het geloof bij Kierkegaard betekent. Van Kierkegaard maken de sprong naar diens tijdgenoot John Henry Newman, met de bijdrage van Roderick Strange. In een interessante uiteenzetting over het mysterie-karakter van het christendom, met de bijbehorende paradox van het spreken of het juist zwijgen om te begrijpen, worden we met hulp van Newmans beschouwingen gebracht tot een beter begrip van de paradox die het geloof bevat.
Dezelfde tegenstelling tussen spreken en niet spreken komt naar voren in het klassieke thema van de ‘negatieve theologie’. Paul van Geest laat zijn licht schijnen over de wijze waarop de zogenoemde negatieve theologie beleefd is door Augustinus en andere kerkvaders. In de context van paradoxen is het natuurlijk een bijzonder interessant thema, of en op welke wijze de Bijbel zichzelf tegenspreekt. Bryan Beeckman neemt ons mee op een reis door het Oude en het Nieuwe Testament om te zien hoe er tegenstrijdigheden zijn en hoe men ze moet opvatten.
Een laatste bijdrage in dit nummer is buiten thema, maar wel bijzonder actueel. Detlef Rohling geeft een beschouwing over Immanuel Kant die dit jaar 300 jaar geleden ter wereld kwam. We zijn blij dat we aan dit jubileum op deze wijze aandacht kunnen besteden. In zijn bijdrage gaat Rohling in op Kants visie op de vooruitgang van de mens en de maatschappij waarin deze leeft.
Dr. Lambert Hendriks
Hoofdredacteur
| Auteur | Titel | Pagina |
|---|---|---|
| Redactie | Voorwoord | 81-82 |
| H. De Dijn | De paradox(en) van het geloof. Enkele filosofische beschouwingen | 83-94 |
| G.-J. van der Heiden | Over het geloofwaardige en de sprong van het geloof | 95-106 |
| R. Strange | Newman over waarschijnlijkheid en mysterie. Spreken en niet-spreken met een positief resultaat | 107-119 |
| P. van Geest | Waarover men niet spreken kan, daarover moet men vooral niet zwijgen. Over het nut van negatieve theologie… | 120-132 |
| B. Beeckman | Spreekt de Bijbel zichzelf tegen? Een analyse van contradicties in de Bijbelse literatuur | 133-144 |
| D. Rohling | Gaat de wereld (nog) vooruit? Immanuel Kant over theorie en praktijk van maatschappelijke progressie | 145-160 |
